>tlng en kaar ontdekkers
f»
AMSTEL-ECHO
ftuiting op het bier)
stoffen geschapen. Kan een drank, waaraan alcohol
is toegevoegd, dus een gealcoholiseerde drank,
evenaren met een zuiver natuurproduct? Neen!
Natuurlijk is bier minder schadelijk dan andere
dranken, in geval van misbruik. We kunnen met de
Franse schrijver Racine zeggen: Buitensporigheid
in alles is een gebrek Het feit dat de alcohol in
verdunde toestand in het menselijk lichaam wordt
ingevoerd, heeft het gerstenat in niet geringe mate
vóór op het in meerdere opzichten af te keuren
gebruik van sterke drank. Bestaat er een mooier
beroep dan bierbrouwer? Was zijn leven en beroep
sinds eeuwen niet sterk aan de natuur verknocht,
evenals dat van de landman? Het is een bijzondere
plicht deze industrie te verdedigen. In welke indus
trie is het fabricatieproces van zo ingewikkelde en
gecompliceerde aard, zo vol microbiologische en
chemische perikelen als in het bierbrouwersbedrijf;
in welke voedingsmiddelenindustrie komen zoveel
zorgen voor de dag? De gehele brouwerij is één
Instituut voor Preventieve geneeskunde. Aan een
ziek mens is door verstrekken van medicijnen nog
wat te doen om hem er bovenop te helpen, óf hij
komt uit eigen kracht de moeilijkheden te boven, óf
anderszins, doch waar zijn de medicijnen voor ziek
bier? Het is toe te juichen dat het publiek per film
de gelegenheid krijgt te zien welk een wetenschap
pelijk terrein de bierbrouwerij in de maatschappij
in de laatste jaren beslaat.
Het is gebleken, dat kanker niet voorkomt onder
bierdrinkers en het blijkt volgens recente onder
zoekingen, dat een bestanddeel van de hop bij t.b.c.
geneeskrachtige werking bezit.
Welke moeilijkheden in de weg stonden de alcoho
lische gisting in de bierbrouwerij naar behoren te
laten marcheren wordt hieronder in grove trekken
en volgens elementaire opvattingen naar voren ge
bracht. De ontdekkingen op medisch gebied gaan
als 't ware hand in hand met de vondsten van de
grote geleerden op gistingstechnisch gebied.
Nauwkeuriger kennis van de kleinste levende we
zens, die alle ver beneden de grens der zichtbaar
heid liggen was gebonden aan de uitvinding en
vervolmaking van optische hulpmiddelen. In de
eerste eeuw v. Chr. geeft de Romeinse geleerde
Varro de eerste aanwijzingen omtrent hun voor
komen. In 1590 stellen de gebroeders Jansen te
Middelburg het eerste microscoop samen. Nadat
Kircher in 1671 de vermoedens uit vroegere tijden
enigszins kon bevestigen, was het Antonie van
Leeuwenhoek, die omstreeks 1680 met behulp van
een zelf gemaakte microscoop en zelf geslepen
lenzen voor 't eerst bacteriën, biergistcellen enz.
tekende en beschreef. De biergisten verklaarde hij
gelijkvormig aan zetmeelkorrels. Opmerkelijk ge
noeg heeft de grote natuurvorser van de 18de eeuw
Linnaeus zich niet met microscopische studie inge
laten. Het was alleen de Schepper veroorloofd de
kleinste levende wezens te zien, zei hij.
Aan de brouwkunst was volgens Linnaeus veel
gelegen. ,.Een goed bier vecht met de wijn om de
voorrang, zowel wat helderheid als de smaak be
treft, zowel ook wat nuttigheid betreft voor de
gezondheid, v.n.l. wanneer het iets oud is. Het
leven en de gezondheid van de mens komt even
zeer op de dranken als op de spijzen aan.' Hij
was dan ook een vereerder van het1 bier.
Anderhalve eeuw later (1837) stellen Schwann en
Cagniard-Latour de plantennatuur van de gist vast.
Deze laatste onderzoeker had een merkwaardige
studie gemaakt over het gisten. De bolletjes gist
konden knopjes vormen, alsof ze aan het uitsprui
ten waren. Geen brouwsel van mout en hop kon
ooit bier worden zonder de aanwezigheid van die
levende gistcellen. Ongelukkigerwijs was Cagniard-
Latour geen reclamemaker en zijn belangrijke ont
dekkingen gingen aan de aandacht van de wereld
voorbij.
De grote Duitse scheikundige Liebig verklaart in
1839 dat de gisting van zuiver scheikundige aard
is en dat de gist bij de alcoholische gisting een
ondergeschikte rol speelt.
Ongeveer in deze tijd verschijnt Pasteur met zijn
onderzoekingen ten tonele.
(Wordt vervolgd)
VAN LEEUWEN
Louis Pasteur (1822-1895)