<3)e aicokoiiócke 4 AMSTEL-ECHO „So geht es fort, man möchte rasend werden: Der Luft, dem Wasser, wie der Erden Entwinden tausend Keime sich, lm Trocknen, Eeuchten, Warmen, Kalten! Hatt' ich mir nicht die Flamme vorbehalten, Ich hatte nichts Aparts für mich. Goethe, Faust I Gaan we het scheppingsverhaal na, dan kunnen we gevoeglijk zeggen, dat reeds op de derde dag der schepping bacterie-achtige organismen de aarde bevolkt moeten hebben. Waar suikerhoudende sappen, b.v. aan verwonde vruchten, aangeboorde of gekwetste boomstammen of kruidachtige plantendelen aan de lucht blootge steld waren en bezoek van insecten, vogels enz. lokten, moet weelderige groei van suikervergis- tende microben, schimmels, bacteriën, in t bijzon der van gisten, hebben plaats gevonden. En zo was de klassieke gistkelder al aanwezig! Door de lucht van de gevormde producten werden nieuwe zwer men insecten aangetrokken, dikwijls op grote af standen. Aangeschoten of dronken van de genoten sappen moeten ze reeds de uitwerking van de al cohol aan den lijve ondervonden hebben. Het is immers bekend, dat larven uit door insecten op ver wonde bomen gelegde eieren rustig daar hun le ventje leiden, er eenvoudig niet aan denken een andere standplaats op te zoeken. De uiterlijke verschijning van de gisting moest zelfs de weinig gecultiveerde volken opvallen en even eens de betoverende werking van de vergiste vloeistof. De alcoholische gisting is met het eerste optreden van suiker' en micro-organismen op aarde als biologisch proces ingezet. Ze is dus geen uit vinding van brouwers of branders. Het uitvloeien van suikerhoudende sappen zou al in het steenkool tijdperk met zijn welige, sappige plantengroei aan de orde van de dag geweest zijn. Suiker- en honig- depotst werden gevormd door suiker en honig zui gende en dit uitspuwende insecten. Geweldige regenval deed werktuiglijk dienst z.g.n. „honig- steen" na uitdrogen te vormen. De „stofwisseling in de bovenste aardlagen, waarbij de gisten een rol spelen als omzetters van suiker in alcohol en kool zuur, zorgt er voor dat de natuur met haar trans port- en distributievraagstuk niet in de knoop komt. Na de zondvloed was het Noach, die voor 't eerst kennismaakte met de alcoholische gisting, nl. van druivensap. Onbekendheid met de uitwerking van de alcohol deed hem dronken worden. Gegist drui vensap was een dagelijkse drank in Israël; of het ook ongegist werd gedronken, wordt niet vermeld. Uit dadels en gerst werden ook door gisting alco holhoudende dranken gemaakt, de zogenaamde Sicera (bieren). Op de ontdekking van alcohol volgt azijnzuur, want als wijn enige tijd aan de lucht bewaard wordt, begint het zuur te worden, nl. door medewerking van azijnzuurbacteriën. In de Spreuken van Salomo wordt aangehaald, dat azijn (Een loftuiting oj op stenen inwerkt. Cleopatra loste paarlen in azijn zuur op en dronk ze op; Hannibal ruimde op één van zijn veldtochten een hindernis van rotsen op, I- H. VAN.LEE door ze in azijnzuur op te lossen; allemaal verhalen, die er op wijzen, dat deze stof reeds lang bekend was. Een Nazireër, d. i. een „afgezonderdeof „gewijde" mocht geen wijn of bierazijn gebruiken. Pas in ong. de 1 lde eeuw destilleerde men uit ver dunde wijn alcohol. Gezien de uitwerking er van bij ziekten, dacht men dat deze stof in staat was het leven te verlengen. Volgens R. Kobert is meth, vergist honigwater, de oudste alcoholische drank op aarde. De met of zonder toevoeging van honig vergiste melk, die als kumyss en kefir bij de Kaukasische volkeren nog in zwang is, wordt ook bij de Joden reeds vermeld. Jaël gaf aan de vluchtende Sicera melk te drinken, waarop deze in een diepe slaap viel (ver giste kameelmelk?). Uit een en ander hier aangehaald, worden we ge waar dat eeuwenlang een zuiver biologisch ge vormde alcoholische drank de mens tot dagelijks genot diende. Door de onderzoekingen in de 19de eeuw is in de bierbrouwerijen de paradijstoestand voor de alcoholische gisting van de gedeeltelijk vanouds bekende, deels later gevonden grond- Anthoni van Leeuwenhoek (1632-1723)

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Amstel - Echo | 1950 | | pagina 4