9,a.ed uw.o->iqaan! 5<ved ULotgwi! 2 AMSTEL-ECHO Sinds Vrijdag 30 December jl. is er een ware lawine van afscheidsspeeches over onze goede brouwerij gegaan en hebben niet minder dan 11 geëmployeerden, die wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd de brouwerij gaan verlaten, een golf van welsprekendheid over hun hoofden horen gaan. Begon dan Vrijdag het af scheid op de afdelingen van Chef-machinist A. Blankestijn en Baas Veeling, Zaterdagmorgen zette de lawine zich voort met afscheidsspeeches op de afdelingen van Baas Oelssen en Chef Pas man, waarbij hartelijke woorden vergezeld gingen van geschenken, om uiteindelijk haar hoogtepunt te vinden in het officiële afscheid, dat plaats had op Maandagmorgen 4 Januari 1950 in de ontvang- kelder van de brouwerij, alwaar de voltallige Di rectie en haar staf, alsmede een groot aantal ge- emploveerden van de kantoren en de fabriek bij een was gekomen om afscheid te nemen van elf oude getrouwen en waarvan wij reeds in ons vo rig nummer getuigden. Als eerste spreker nam onze directeur, de heer vart Marwijk Kooij het woord. Hij sprak aldus: Het is ditmaal niet uit efficiëntie-overwegingen, dat wij U gevraagd hebben hier samen te komen. Meestal was dit wel het geval, maar heden gelden andere waarden, waarden die veel hoger liggen. U zult deze dag doorleven met gemengde gevoe lens, misschien het best vertolkt door een Frans gezegde: „Partir e est mourir un peu of wel ver trekken is een klein beetje sterven". Het is een dag, die moeilijk zal zijn, maar ik hoop toch, dat U zult zeggen, dat dit een dag geweest is, die U niet graag gemist zoudt hebben. Velen van U kwamen aan de brouwerij in een tijd, dat de brou werij in opkomst was. Het was een gunstige en prettige tijd, en elk werk, dat aanvaard werd, wierp binnen korte tijd gunstige resultaten af. De brouwerij was nog jong en in sterke opkomst; het productie-apparaat was echter achtergebleven, zodat jonge krachten werden gevraagd om deze lacune aan te vullen. Deze jongeren van toen maals zitten hier nu als ouderen. Deze terugblik, al gaat hij over geslaagde levens, is toch niet vrolijk. Het accent van het verleden treedt te veel naar voren en toch zult U in de gedachten aan de voorbije tijd voldoening moeten vinden. Na de eerste periode, die veel satisfactie gaf, hebt U ook moeilijke jaren doorgemaakt, de oorlogsjaren en de jaren daarna, die veel van Uw krachten hebben geëist. In zekere zin zijn deze jaren ook de reden en de oorzaak, dat heden zo- velen scheiden. Wij zouden U kunnen vergelijken met een bataljon, dat een linie moest verdedigen en daarna afgelost werd door een andere afdeling. Met een zeker „gezond egoïsme" verlieten zij de stellingen, die zij behouden hadden. Indien ik er niet in zou slagen Uw blik te openen voor iets anders dan dit „gezond egoïsme", dan zou het een armzalige troost zijn, want egoïsme richt zich altijd op de eigen persoon en Uw werk ging daar ver boven uit. Ik zou het daarom in ruimere zin en in groter tijdsverband willen zien. Daartoe zou ik een bijbelse aanhaling willen gebruiken: De Here aanschouwde Zijn werk en ziet het was zeer goed geweest en op de zevende dag rustte Hij. Voor velen en vooral voor de jongeren klinkt het eigen aardig, dat aan een dergelijke grote geest een men selijke eigenschap wordt toegedacht: satisfactie van %/erk Ik zou het grote verband in dit moment naar voren willen brengen en het ook in de toekomst willen laten doorwerken op momenten, dat U het wel licht hard nodig hebt. Het lijkt enigszins kinder lijk om een dergelijke satisfactie toe te schrijven aan het Opperwezen. Wanneer U echter zo denkt, dan neemt U Uzelf als maatstaf. U moet echter trachten, dat U een en ander ziet in hoger ver band, van goddelijk formaat, dat boven U zelf uitgaat. Het is niet gemakkelijk om het dagelijks leven in dit verband te zien. Een aardig voorbeeld moge dit duidelijk maken. Wanneer een land arbeider zijn werk verlaat en er mee uitscheidt, al is het vier uur in de middag, dan zegt hij „wel te ruste Dit zult U misschien ook niet goed kunnen ervaren en U zult zeggen: „wat is deze man arm, dat hij reeds denkt over slapen om vier uur in de middag Maar het is gezegd in een geheel andere sfeer. Het betekent, dat U na Uw arbeid ook door werkzaamheden voor Uzelf U kunt verpozen en zuiver genieten van een mooie zomeravond en daarin rust zult vinden om de dag te beëindigen en een nieuwe aan te vangen. Voor Uw levens avond, die nu gekomen is, zou ik U hetzelfde willen toewensen, daarom „wel te ruste!". Het is mij onmogelijk aan ieder een particulier woord te geven. Ik deed dit steeds bij Uw jubilea, waar Uw daden werden gereleveerd. U hebt dit allen reeds meegemaakt. Voor één Uwer wil ik echter een uitzondering maken, namelijk voor meester Blankestijn. Deze heeft zoveel jaren aan de brouwerij gewoond en dag en nacht klaar ge staan om de brouwerij te dienen, dat ik hem gaarne even wil noemen en hem dit aandenken over handigen. Met het aanbieden van een tweetal ingelijste luchtfoto's van onze brouwerij besloot de heer van Marwijk Kooij zijn rede. Na de heer van Marwijk Kooij trad Jhr Six van Hillegom naar voren om speciaal de heren Harmse en Drechsel toe te spreken, die naar zijn zeggen meer tot de mensen op zijn terrein behoorden. Harmse, zo zeide Jhr Six, was als een jongen van zeventien jaar aan de brouwerij komen werken en

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Amstel - Echo | 1950 | | pagina 2