cJ-let bier in de 4 AMSTEL-ECHO Evenals andere landen is ook ons land rijk aan folk lore. Nederlandse folklore is de verzamelnaam van de volksverhalen, sagen, gedichten, zeden en tradities van ons land, die zich eeuwen en eeuwen lang hebben weten te handhaven en nog steeds in ons volksbestaan voortleven. Wij, bewoners van de grote steden bemerken misschien met uitzondering van Palmpasen en Luilak wei nig var onze folklore, maar zij die wonen in kleine gemeenten, dorpen of gehuchten weten beter aan wij, dat de folklore van ons land zich steeds meer en meer herstelt van de periode, waarin zij in vergetelheid dreigde te geraken. De bestrijding van het drankmisbruik in de laatste jaren voor de oorlog hebben er toe geleid, dat vele folkloristische vermaken, zeden en gewoonten zich weer herstelden, terwijl andere, zonder dat wij er om behoeven te jammeren, uit ons volksleven ver dwenen. Hier wordt slechts herinnerd aan het Drentse ..Ni'joars wensenwaarvan de Borger volkshistoricus Harm Tiesing getuigde: ,tO wat is t toch goed, dat het misbroek, waordeur er dan zoveul jonk volk dronken bij de straot liep, verby is". Eveneens wordt hier herinnerd aan de moder ne jeugdverenigingen, die het volksdansen in het openbaar propageren. Wat ons lezers en lezeressen van de Amstel-Echo in het bijzonder interesseert, is de vraag in hoe verre bier een rol heeft gespeeld en nog speelt in onze folklore. Welnu, talloos vele malen komt het gebruik van bier onder allerlei benamingen in onze folklore voor. Benamingen als leedbier groevebier, droefbier en troostelbier" zijn evenzo veel aanduidingen voor bier bij het begrafenismaal in verschillende delen van ons land. Zo is ook het begrafenismaal, vroeger aanleiding tot ongebon denheid en drankmisbruik, tegenwoordig ineenge schrompeld tot een eenvoudig onthaal van koffie met brood, veelal nog van een bepaalde vorm, in zijn wezen een rituele maaltijd, die geacht werd aan de dode ten go.ede te komen en in elk geval nog altijd beschouwd wordt als een eerbewijs aan de dode. Het sacrale karakter van dit maal kwam vroeger nog meer uit, toen men zoals te Staphorst allerlei ouderwetse en ongewone spijzen nuttigde, zoals bierpap, grauwe erwten en gierstepap. Nog altijd wordt in sommige Overijsselse dorpen bij het groevemaal bier gedronken, dat telkens wordt bij- geschonken, en wordt bij het aanzitten streng de volgorde der verwantschap in acht genomen. Laten we het begrafenismaal achter ons en stap pen we over naar vrolijker omgeving, dan zien we in Limburg het zgn. .Beugelbier" het eerst voor ons opduiken. Het aloude beugelen, dat op de Middenlimburgse dorpen tot voor weinige jaren nog slechts werd beoefend door enthousiaste spe lers ener oudere generatie, werd weer verheven tot een algemeen gewaardeerde landelijke sport. Dit spel werd beoefend op de historische beugel baan van Herten in de \Veert buiten Roermond. Daar kon men dan de beugelaars vereend van zin bij een potteke donker zwaar beugelbier treffen, terwijl ze „joekzig" aan het gooien waren. De slè- ger ketste dat het daverde op de ijzerharde houten bal en het biertje smaakte al opperbest en vuurde de omstanders aan in een telkens fanatiek schreeu wen ,,neet flatse", de technische term voor het tegen de ijzeren beugel slaan. Blijven we nog even bij het spel en gaan we van Limburg naar Twente, dan zien we daar de be oefening van het klootschieten, een Twents volks vermaak bij uitnemendheid. Werd vroeger bij het klootschieten het zgn. „Kleutjesbier" gedronken, het foezelzuipen verdrong helaas het eeuwenoude kleutjesbier meer en meer, waardoor deze kracht sport, want dat is het klootschieten, geheel ont aardde en maar al te dikwijls aanleiding gaf tot de gevreesde klootschietersruzie. Wanneer wij heden ten dage Achterhoekse boer tjes uit de buurt van Groenlo bij hoog en laag ho ren beweren, dat „Meertenbier" toch maar 't beste is dan zal waarschijnlijk de algemene waardering van het Maartse bier in het volksgeloof, ook die van de Duitse Marzenbrau, verband houden met de magische eigenschappen van het Maartse regen- of sneeuwwater, dat in de brouwerij hoog staat aangeschreven. We kunnen dan ook het drinken van het Maartse bier folkloristisch herleiden tot een oorspronkelijke voorjaarsofferdronk en stellig is er een kultische kern aan te wijzen voor de zo algemene waardering van het lentebier. Bij de oude Limburgers leeft de heugenis daaraan nog voort in het sterke ,,Bombariesbier", dat de reputatie had, de mensen in een minimum van tijd hun zorgen te doen vergeten, zodat ze dan vrolijk zongen: Drink maar bombariesbier, Anders krijg je de mot in je maag. Gaan we thans over op een ander onderwerp; Meibier. Na de vele herdenkingen o.a. van het Sint Maartenfeest op 11 November, de verering van Sint Nicolaas op 6 December in Friesland's Zuid-Oosthoek, het Kerstfeest, Oud- en Nieuw jaar, het Twentse „murre-winter-blazen" van Sint Andries, de rommelpot en het zingen met de ster op Driekoningenavond op 6 Januari, het Carnaval voor de Vasten, Palmpasen en Pasen zelf, komen we aan de Mei- en Pinksterviering. Vooral de katholieken uiten hun diepste gevoelens van vreugde en blijdschap over al het goede en schone, dat in deze Meietijd ontsloten wordt, in een devote verering voor Maria, aan wie zij de Meitijd toewijden, en wier beeltenis omgeurd door een schat van bloemen, evenals de Pinksterblom en de Meibruid, bezongen wordt als een levende

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Amstel - Echo | 1949 | | pagina 4