en t^ater 4 AMSTEL-ECHO Onlangs kwam ik in het bezit van een fragment uit het eerste deeltje van 't oude werkje „Iets voor Allen' van Pater Abraham van St. Clara. De in houd van o.a. het hoofdstuk „De Bierbrouwer" is interessant en wordt hieronder bijna in zijn geheel, doch in gewijzigde volgorde en zoveel mogelijk in de oorspronkelijke bewoordingen weergegeven. Naast een ter zake kundige beschrijving van het bierbrouwen in zijn dagen weet de bekwame gees telijke rake humoristische zowel als moralistische opmerkingen te maken. Allereerst ter inleiding het volgende: Talrijk zijn de beroepen die in de vier deeltjes de revue passeren en duidelijk de gravures; bij ieder onderwerp vindt men zo n merkwaardige prent. In het derde en vierde deeltje dragen de gravures onderschriften op rijm. Het tweede, derde en vier de deeltje werden bij Jan Roman de Jonge (of Junior) in de Kalverstraat resp. in het jaar 1741 en 45 uitgegeven. De 4 deeltjes zijn aanwezig in de bibliotheek van de Gem. universiteit alhier. De beruchte beroemde) pater draagt zijn werk met uitzonderlijke deemoedigheid en ootmoedig heid op aan „den Hoogwaardigsten Hooggeboo- renen Heere Heer Ernestus, Vorst des H. Room- schen Rijks en Bisschop tot Weenen enz. „De Boeken zijn veeltyds gelvk de Beekers; men vindt goude, silvere, en tinne Beekers, alsmede eenige van slegte aarde; gelyk deze laatste Bee kers, zyn myne BoekenVerderop zegt hij: „De Boeken zyn gewoonlyk, gelyk de Beeken, men vind Vischryke, ook heldere, en niet minder troe bele en modderagtige Beeken, waar in niet anders als groene quakende en schreeuwende Kikkers ge vonden werden; gelyk deze laatste Beeken zyn myne Boeken Feitelijk staat hij er een beetje van versteld, „aan zo hogen Persoon iets van zo ge ringe waarde aan te bieden! Zoals te verwachten is, rechtvaardigt hij ook op Bijbelse gronden het verschijnen van „zyn geringe werkjen De Bij belse Abraham gaf zo dikwijls onderdak, nu ver wacht pater Abraham onderdak. En zelfs de mus sen komen altijd aan een tehuis! „De meeste Professiën, door welke, volgens de sonderlinge Goddelyke Wysheit, de Wereld on derhouden werd en beslaat", zijn in dit werkje „seer kort ontworpen en voorgestelt", waarbij hij zich „bevlytigt" heeft „Geestelyke en Zedelyke leeringen daar onder te mengen, opdat de genee- gene Leser, neffens de voldoening syner nieuws- gierigheit, te gelyk eene vernoegende nuttigheit genieten mag". Doen we nu nog een greep uit hetgeen door de uitgever van het eerste deeltje in een soort voor bericht meegedeeld wordt. Pater Abraham a Sancta Clara werd bekend door een beroemd schelmstuk: „Schelmstukken van de Aardschelm Judas". Zou men een standbeeld voor de schrijver moeten oprichten, dan moeten 4 hoe danigheden in het oog gehouden worden: Door- knede harssenen, vlug Verstand, Geslepen oordeel en Zinryke gedagten; in overdrachtelijke beteke nis te vergelijken met het uit 4 metaalsubstanties bestaande (droom)beeld van Nebukadnezar. „Soetelykjes behandelt hij de Zuykerbakker maar sit den Kuyper niet weynig met het drijfhout agter her. Deze afgekuypt zynde, gaat hij tot den Brou wer, dien hij een goede zeev aan 't bier leerd geven, wanneer hij ook de Bierboom hanteert. De Waarden van weynig waarden, reekent hij het gelag zo net na, dat men byna twijffelen zou of hij te zynen tyt niet wel een tapje op gehad heeft: in dit capittel, kapittelt en likt hy de Likkebroers mooytjes". Ofschoon in de Bijbel noch van bier 2). noch van bierbrouwers gesproken wordt, ,-,so is het nochtans waar en klaar, datse goede, vroome en eerlyke Menschen zyn, die alle Gemeentens ten nutte koo- men". Hij staaft deze opmerking met het feit, dat in Zeeland een zekere bierbrouwer op wonder baarlijke wijze uit de doden is opgestaan. Deze brouwer heeft naderhand een strenge en Godvre zende levenswandel geleid en heeft, niet zonder mirakel en wonderwerken te hebben verricht, het tijdelijke met het eeuwige verwisseld. Voorts laat hij Ceasar getuigen. De Romeinse veldheer ver haalt hoe de bezittingen van een rechtvaardige bierbrouwster uit de omgeving van Keulen door brand bedreigd werden en door Goddelijke in menging gespaard bleven, terwijl alles rondom in de as gelegd werd. Deze gunstige uitslag dankte de brouwster (die ook bier tapte) aan het feit, dat ze steeds in haar leven de juiste maat bier geschonken had. De eer van het bier en het brouwen wordt temeer vergroot, omdat dikwijls door verstandige artsen deze drank aan zieken voorgeschreven wordt. Ook moeten er niet weinige mirakelen en won derwerken met bier gebeurd zijn; o.a. wordt er beweerd dat God het bier, om zijn grote verdien sten, op dezelfde wijze vermeerderd heeft als in Bijbelse tijden met olie plaats greep. Om 't bier te brouwen is een bizondere ervaring nodig, „en sulks word tegenwoordig niet voor de minste onder de hanteringe gerekent". Omdat niet overal over wijn valt te beschikken, heeft het menselijke verstand een andere drank uitgevon den, die niet alleen de dorst lest, maar die evenals de wijn, „een licht hooft maakt". De poëten zeg gen dat de God Bacchus de kunst van bierbrou- wen aan de mensen heeft onderwezen. Ook wordt het aan de Egyptische koning Osiris toegeschre ven; hij moet hiertoe de wereld doorgetrokken zijn, mensen die geen wijngewas hadden onder-

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Amstel - Echo | 1949 | | pagina 4