AMSTEL-ECHO
3
He'iintieiingen
Een rat in de kelder
In de jaren '22'23 toen ik als jongeman pas in
de legkeider werkte, was er een „hausse"' in de
brouwerijen. Er waren toen blijkbaar meer men
sen die het devies „Wees een man" opvolgden
dan thans.
In de kelder was er toen iemand, die zich waar
schijnlijk meer man wilde tonen dan de baas goed
vond. Op een dag een dezer jaren had de baas
hem in één van de vele kelders zien schieten, waar
hij zich aan het edele vocht te goed wilde doen.
De baas stapte er op af en daar ik hem juist pas
seerde, zei hij, dat ik een lange houten hamer
moest halen en naar kelder no. moest komen.
Het juiste nummer weet ik niet meer. Toen ik
daar aankwam, zei hij: „er zit een rat in de kelder,
blijf hier staan; als hij er uit komt, geef je hem een
klap met die hamer op zijn kop".
Hij stapte de donkere kelder binnen en zocht links
en rechts met zijn zaklantaarn tussen de grote vak
ken van de naast elkaar liggende legvaten. In die
tijd waren er nog niet zoveel tanks als nu en veel
kelders waren gevuld met grote houten vaten van
60 tot 120 hl, die in drie lagen op elkaar ge
stapeld lagen.
Op een gegeven moment zag ik aan de achterkant
van de vaten, langs de muur, iets harigs te voor
schijn kruipen. Een grote harige kop keek mij met
angstige ogen aan. Hij scheen mij te smeken, zijn
leven te sparen.
Ik schrok geweldig, gaf een gil, waarna ik op de
vlucht sloeg. Van die gelegenheid heeft de rat
zeker gebruik gemaakt om over te schieten naar
een andere kelder. Aan het eind van de lange
gang met zijn vele kelders bleef ik buiten adem
staan. De baas was inmiddels, op mijn gegil, de
kelder uit gekomen en kwam met grote stappen
op me af rennen en snauwde mij toe: „Sie sind
ein Held!"
Ik droop beschaamd af, maar toen ik nog eens
omkeek stond de baas, die niet vrij van humor
was en kennelijk „ook een man", zijn dikke buik
vasthoudend, te schudden van het lachen.
Sindsdien kom ik die rat nog dikwijls tegen, maar
steeds kijkt hij mij dankbaar aan, omdat ik hem
toen heb laten ontvluchten.
Heldanis.
goeie auuxe tij,d!
In Mr. A. Roothaert's boek „Onbekende dader"
lezen we op pagina 117:
staande voor de toonbank in een werkmans-
„café van het genre „loopzaak", stieten ze plech
tig de dikke glazen aan en dronken op eikaars
„welzijn een „lel AMSTEL van 18 spie"."
fieactöie Redactie.
Onze collega J. J. v. d. Ree Jr. te Rotterdam, die
op 31 Januari a.s. onze dienst verlaat en dan ge
ïnteresseerd zal zijn bij de „Juliana Bron" N.V. te
Woeste Hoeve, schrijft ons het volgende:
Zoals U wellicht bekend zal zijn, is de „Juliana
Bron' in 1937 ontdekt en in 1938 is men met de
exploitatie daarvan begonnen. Koningin Juliana,
toen nog onze Prinses, bracht in 1938 een bezoek
aan de bron en verleende er haar naam aan.
In 1940 moest de bron vanwege haar Koninklijke
naam sluiten en eerst in 1948 was het de nieuwe
eigenaar mogelijk de bron weer in exploitatie te
nemen. Deze exploitatie werd toen tevens uitge
breid met een vacantie-oord, waar accommodatie
is voor ruim 100 gasten.
Het landgoed van de „Juliana Bron is schitterend
gelegen temidden van veel natuurschoon. Het ligt
halverwege aan de Rijksweg ArnhemApeldoorn,
circa 300 meter van het oorlogsmonument bij de
„Woeste Hoeve en verder aan de weg naar het
landgoed „De Hoge Veluwe
Het grote aantal passanten en de diverse touring
cars, die het landgoed in het afgelopen jaar be
zochten, was dan ook aanleiding een flink een
voudig restaurant op het landgoed te plaatsen, met
welke werkzaamheden thans een aanvang is ge
maakt. Ook het aantal zomerhuisjes zal aanmer
kelijk worden uitgebreid, terwijl wij plannen heb
ben het volgend jaar een flink hotel te bouwen.
De „Amstel Echo' is echter geen reclameblad,
men heeft enige maanden terug genoeg in de Pers
over de „Juliana Bron' kunnen lezen. Er waren
zelfs bladen bij, die een halve voorpagina be
steedden aan een beschrijving daarvan. Men kon
o.a. lezen „Ontdekking van bron leidt tot stich
ting van badplaats en „Nederland krijgt zijn eer
ste kuuroord".
In ons restaurant wordt uitsluitend Amstelbier
geschonken, gepousseerd en de obers vragen, na
dat men met het bronwater heeft kennis gemaakt:
„Nu zeker een heerlijk glaasje Amstelbier7" Dit
laatste woord brengt me weer tot de orde.
Ik heb 20 jaar prettig bij de Amstelbrouwerij ge
werkt en heb dit altijd als een eer beschouwd.
Tenslotte dank ik de Directie, de heer de Groot,
onder wiens leiding ik veel geleerd heb, en supe
rieuren voor het vertrouwen, dat zij in mij gesteld
hebben en mijn collega's en medewerkers voor de
prettige omgang, welke ik steeds mocht onder
vinden.
J. J. v. d. Ree Jr.,
Filiaal Rotterdam.
Wij wensen de heer v. d. Ree veel succes in zijn
nieuwe werkkring en hopen op zijn voorspraak bij
het evtl. huren van een zomerhuisje. Red.