<Eöe aven van czJlmö 6 AMSTEL-ECHO II. In het eerste artikel werd aangetoond, dat bier in de Middeleeuwen een zeer belangrijk handels artikel was, dat Holland gunstig gelegen was ten opzichte van het wereldverkeer tussen Vlaande ren en de bier exporterende steden van Noord- Duitsland, en .verd de vraag gesteld hoe het in 1300 nog nietige Amsterdam zich een plaatsje in de wereldhandel veroverde. Die vraag stellen is makkelijker dan haar beant woorden, want het ontstaan van een handelsstad in de 13e eeuw op een stuk moeras aan de mond van de Amstel fielt ons in menig opzicht voor een puzzle, en op de schrijvers over deze netelige kwestie is het woord van toepassing: „Zoveel hoofden, zoveel zinnen Twee schrijvers houden zich meer in het bijzonder inet deze kwestie bezig. De ene, Dr. Smit igaat op het gebeuren in de 13e eeuw niet uitvoerig in, maar houdt staande dat de opkomst van Amster dam in geen geval te danken is aan de vaart der Duitsers door Holland naar Vlaanderen, de an dere, Dr. Nanninga2), brengt juist wel het ont staan van Amsterdam daarmee in verband en noemt zelfs een jaartal (1253), waarin voor het eerst handel aan de dam in de Amstel moet zijn gedreven tussen vreemdelingen en Hollanders. Weer andere schrijvers wijzen op de gunstige lig ging van de plaats, een mening echter die door de grote deskundige op het gebied van de ge schiedenis van Amsterdam, Prof. Brugmans, niet gedeeld wordt. De plek, waar eenmaal Amster dam zou verrijzen, lag aan een uithoek van de toenmalige Zuiderzee, aan de mond van een niet belangrijke rivier, de Amstel, zonder achterland, met een haven die niet beschut was tegen de heersende winden, terwijl een ondiepte, het „Pam pus", de ingang belemmerde. Dit is de visie van Prof. Brugmans, die letterlijk zegt: „Welke ele menten het mogelijk maakten dat juist hier, op een niet al te gunstig gelegen plek, zich een han delsplaats ontwikkelde, ontsnapte aan onze waar neming. Het vraagstuk van de economische op komst van Amsterdam is zeer moeilijk en uit ge brek aan gegevens voor voldoende oplossing ook kwalijk vatbaar, (Geschiedenis van Amsterdam I). Voor de 13e eeuw echter voelt Prof. Brugmans meer voor de veronderstellingen van Dr. Nan- niga, wiens uiteenzettingen wij hieronder zoveel mogelijk zullen volgen. In elk geval kan gezegd worden, dat niet een bepaalde oorzaak voor het ontstaan van Amsterdam kan worden aangewe zen, als men ten minste geen genoegen wil nemen met „het ontwakend economisch leven in die tijd" als afdoende verklaring. Bij beschouwing van het handelsverkeer der Han- ze-steden met Vlaanderen in de 13e eeuw kan als door Mr. J. C. B< vaststaand worden aangenomen (daarover zijn de deskundigen het gelukkig roerend eens), dat de voornaamste scheepvaartroute „binnendoor" liep langs de stad Utrecht van Noord naar Zuid, of meer precies via Wdddenzee, Zuiderzee, Vecht, Vaartse Rijn, Hollandse IJsel, Lek, langs Zuid- Hollandse eilanden en via de Zeeuwse stromen naar Vlaanderen, dus dwars door het Bisdom Utrecht, de concurrent van het graafschap Hol land. In de stad Utrecht hadden de Duitse koop lieden zelfs een vereniging, een „hanze", en het was via Utrecht dat reeds in de 13e eeuw Oos ters bier (bier, gebrouwen in landen ten Oosten van Nederland) Holland binnenkwam. Deze route werd reeds in de tweede helft van de 13e eeuw minder populair, deels omdat de scheep vaart veel hindernissen ondervond men moest tweemaal overladen deels wijl de politieke toe standen in het Bisdom Utrecht minder stabiel werden. Wanneer de bisschopsstaf in zwakke handen rustte, bleek het overheidsgezag er niet krachtig genoeg om de kooplieden te beschermen tegen de roofzucht van sommige edelen. Zo kon het zelfs gebeuren dat omstreeks 1276 Gijsbrecht van Amstel er een burcht op nahield te Vreeland aan de Vecht, die met recht de naam van roofslot kon dragen en waar hij op eigen houtje tol hief. En het is niet te gewaagd om te veronderstellen, dat hij van het kostelijke bier dat zijn slot moest passeren, wel een belasting in natura zal hebben geheven. Naarmate de weg door Utrecht verliep, moest de handel omzien naar andere routes. Gaven de Duit sers toen de veiligheid op, die de weg over bin nenwateren bood, en voeren zij toen over de Noordzee naar Vlaanderen, langs de lange, zan dige Hollandse kust zonder een enkele vlucht- haven? Dat was een riskante onderneming voor de primitieve scheepvaart van die tijd, en voor de 13e eeuw is dit dan ook niet voetstoots aan te nemen. Meer ligt het voor de hand aan te nemen, dat zij juist een andere reeds jaren bestaande scheepvaartweg .binnen dunen gingen volgen, de binnenweg door Holland. Nanninga voert vrij goede redenen aan, waarom de binnenvaart door Holland in de 13e eeuw reeds van belang was, en dat de graven door het verlenen van privilegiën trachtten die nog te sti muleren ten koste van de route door Utrecht. Er zou dus een belangrijke scheepvaart zijn geweest langs de volgende weg: komend vanuit de Zui derzee liepen de schepen het brede (nu ingepol derde) IJ in, de mond van de Amstel voorbij, voe ren door het Spaarne langs Haarlem het Haar-

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Amstel - Echo | 1948 | | pagina 6